"Craft" is nog nooit zo belangrijk geweest als nu. Het is een tegenreactie op onder andere massaproductie en heeft als basis dat het tijd kost om het ‘object’ te maken, dat op zijn beurt het waarde bepalende onderdeel wordt in een wereld die te snel beweegt. Gisteren kreeg ik van een magazine een aantal vragen over het wat, wie, waarom en hoe over "crafting". In mijn post van vandaag mijn crafty'sophischen gedachte, een lesje in craf't'ology;-).
Wat is het “Crafting”. Er is eigenlijk geen echte vertaling voor “Crafting” in het Nederlands. Het Engels-Amerikaanse werkwoord to craft betekent "met de hand vervaardigen" en het woord craft vak of ambacht. De Duitse vertaling is Handwerk, wat "Crafting" wel een beetje uitlegt. Je kunt allerlei ambachtelijke ‘dingen’ met je handen maken, zoals potten, sieraden, kleding, decoratie etc... . "Crafting" is een vaardigheid wat je dan weer brengt bij het Nederlandse woord hand·vaar·dig·heid. De Van Dale zegt hierover de; v -heden vaardigheid in het verrichten van werkzaamheden met de hand, m.n. als schoolvak! En vooral dit laatste is interessant, kom ik nog op terug. Hedendaagse craft gaat dus over het maken van ‘dingen’. Met je handen! (fysisch), maar ook met je hoofd (intellect). De maker onderzoekt als ware de oneindig vele mogelijkheden van materialen en processen/vaardigheden om zo unieke objecten te creëren. Het ‘kijken’ naar craft is het betreden van een wereld vol prachtige dingen, die uitdagend, mooi, soms nuttig, en/of buitengewoon kunnen zijn, maar het is vooral “beyond” het begrijpen dat niet alles (ideeën) starten met woorden, maar dat je ook kan denken met je handen en de energie, zorg en plezier die er in gestoken is om het te maken. (En dit laatste (denken met je handen en daar trots op zijn) zijn we ergens gaande weg kwijt geraakt). Zelf gebruik ik liever craft als een overkoepelende term en niet als een aparte discipline; richting; hokje; label. Want nog lastiger wordt het als je craft’s (s) zegt, dat impliceert helemaal iets duidelijks omlijnt/afgebakend, maar dat is het niet. Want wanneer je craft betrekt bij het maken van 'iets', een pot, maar kan ook iets geschreven zijn, gaat het meestal over het proces, het hoe en waarom en of het uiteindelijk mooi is. In plaats dus van te zeggen “dat is mooi”, zouden mensen dus moeten zeggen “dat is craft”!
Wie doen het? Voornamelijk vrouwen! Grofweg zijn er drie groepen: kunstenaars, de z.g.n. crea bea’s en crafty girl’s. Ieder met hun eigen intentie, manier van doen en stijl! Laatste groep is in Nederland (nog) klein en zijn mensen die bewust en actief in het leven staan. Er zijn er inmiddels, die er zelf hun "living" van gemaakt hebben. Wat we eigenlijk meemaken is een soort re-evolutie van eeuwenoude vrouwenvaardigheden en handelsmentaliteit. Dat zit bij Nederlandse vrouwen in genen. Want wat blijkt in de gouden eeuw al verkochte mondige Nederlandse vrouwen veelal thuis vervaardigen producten. Echter door de opkomende welvaart en verlichting raakte ze positie als ondernemer een tijdlang kwijt, maar dat is nu weer terug.
Waarom? Maslowpiramidetechnisch gesproken hebben we alles al; zelfontplooiing, door dingen te maken, vertel je over je zelf, wie je bent, waar je voor staat. Het gaat niet meer om wat je hebt maar waar je voor staat; weerzin tegen de gevestigde orde met al zijn eenheidsworsten; de confrontatie met de vergankelijkheid en angst, die een tegenreactie naar familie en huiselijkheid hebben veroorzaakt met bijpassende hang naar ouderwetse huiselijkheid, al eeuwen oude vaardigheiden als breien etc.; antwoord op ons digitale tijdperk; onze identiteit aan het schuiven is, wegvallen van de zuilen; nieuwe waarde creëren...
En waarom is het zo leuk om dingen te maken? Eigen identiteit creëren, uniek zijn in de dingen die je doet. Klaar zijn met al die grootschaligheid, niet nadoen, zelf doen en nog beter, het beter doen, een boodschap afgeven! Maar vooral creatief bezig zijn met je handen. Het werkt rustgevend, verhelderend en is nog gezond ook.
Hoe kan het in andere landen, als een echte vorm van art wordt gezien en in Nederland meer als gefröbel? Het begint mijns inziens dat er eigenlijk geen echte vertaling voor “Crafting” in het Nederlands is. En om het snel uit te leggen verzand je al snel in de term knutselen. En synoniem voor knutselen staan fröbelen, geknutsel, knutselarij, knutselwerk, peuteren en prutsen en deze woorden stralen nou niet bepaald een positieve hoogwaardige ambitie uit. Daarnaast is er in bijvoorbeeld Amerika en Engeland een meer gefundeerde traditie met crafting. Denk aan de uit Engeland afkomstige Art and Craft movement tussen pakweg 1880 en 1910. En in Amerika de Craftsman Style, bepaalde stijl in architectuur, interieur, design en decoratie die ergens ontstond tussen de Art Nouveau en Art Deco (1910 to 1925). En de Amish en Memonieten met tradities in quilting e.d.. Dat terwijl in ze in Europa probeerde vakmanschap te herstellen die was vernietigd door de industrialisatie.. lees hier maar eens verder. Dan het verdwijnen in Nederland van de ambachtsscholen (en het wegvallen van status van ambachtslieden, je kind naar het VMBO of timmerman, nee een minimale citoscore van 537), de handwerkjuf in de klas, het schoolvak, en de moeder (of vader) die haar/zijn vaardigheden aan dochter of zoon doorgaf. Handvaardigheid nu op scholen gaat niet (langer) meer over het leren van een vaardigheid, maar gaat over knutselen, plakken en knippen. En jammer genoeg, ook niet over creativiteit. We laten kinderen een vlinder knippen en plakken, maar zetten kinderen niet echt aan tot creativiteit. Creativiteit begint met een gevoel van onrust, een wens, een droom, een beeld en verlangen naar verandering. De behoefte het anders te doen, beter, om iets nieuws te maken. Een creatieve houding is: openstaan voor nieuwe ideeën, het vanzelfsprekende ter discussie durven te stellen, gebruik maken van je omgeving en daar inspiratie uit opdoen. Dat terwijl juist kinderen die "ever-increasing sense of compassion and desire to make a difference " hebben. Het zou moeten gaat over het maken van je eigen keuzes en de actie(s) die je daar op onderneemt. Ik zie dit echt als een gemis. In mijn nieuwe boekproject wil ik juist dat weer centraal zetten. Een bundeling van eigenzinnige en inspireren kunstideeën voor Kids van 6 tot en met 12 jaar in de strijd voor een eerlijke wereld, met een ‘knipoog’ naar: sustainability; underground; D.I.Y. en eigentijdse ambachten en vakmanschap. Met als doel kinderen inspireren en aanzetten tot meer duurzame keuzes, door het activeren van creativiteit, budgettriomfantelijk, simpel, doeltreffend en vooral met heel veel plezier.
Ontwikkelingen? Ja, neem het craftivism oftewel het militante handwerken. Craftivists, meestal weer vrouwen dus, maken zoveel mogelijk dingen zelf, met passie en milieubewust. Niets bijzonders zover. Echter ze zien dat niet alleen als een levenshouding, maar ook daadwerkelijk als een protestactie tegen de eenheidsworst van de ketens en merken, tegen de uitbuiting in lagelonenlanden, tegen de overconsumptie, tegen de wegwerpcultuur, tegen... . Craftivistes of craftista's - modebewust naar analogie met fashionista's - zijn strijdlustig, leiden we af uit groepsnamen als Revolutionary Knitting Circle en Craft Mafia. En ze zijn hun tijd mee. Ze haken geen dekens voor de sofa, maar doen aan yarnbombing. Een nieuwe generatie dus (Craft 3.0?), die met technologie niet alleen de mode maar ook de wereld naar haar hand zet.
En wat mij persoonlijk nou het meest facineert aan het hele fenomeen Crafting, DIY, Indie of Lo-fi craft movement en craftivism of hoe we het ook willen noemen, is dat deze subculturen de lijnen vervagen tussen de "creator" en de "consumer" door het bouwen van sociale netwerken en gebruik maken van nieuwe (online) technieken (media). Kom maar op met die 3D printers... !
Reacties